Albert Zongo de directeur van de kliniek komt ons halen. Een echte ster met de auto is hij niet want hij moet de auto 4 keer heen en weer steken om de koffers in te kunnen laden. Een roestige ouwe bus die hier in Nederland niet een naar de keurig gebracht mag worden.
Tjee, wat is het hier nog warm en stoffig.
Paul Michel zei nog: ik rij wel deze missie want Albert kan dat niet zo goed. We zijn inderdaad 2 keer in een gat gereden op de weg naar het hotel en bijna gekanteld met de bus omdat hij recht over de rotonde reed.
Kijkend uit het raam met Afrikaanse airco (open raam) snuif ik de diesellucht op. Tjee wat een bende buiten. Het is 2100 uur en overal loopt volk, honden en geiten. Knipperende lichten en veel dames op straat met korte rokjes. Ze zien er uit als 11 jaar. Ja ze staan er om geld te verdienen. Ik denk aan mijn kinderen. We komen aan bij het hotel. Hotel de la Liberte, in de hoofdstad.